Trots dat ik 46 jaar wat voor de medemens heb kunnen doen’

De dokters dachten dat Kees Grimm vanwege zijn handicap niet zo oud zou worden. Laat staan dat hij aan het werk zou gaan. Hij bewees het tegendeel. 46 jaar heeft hij met plezier en voldoening bij Pameijer gewerkt. Sinds een jaar geniet hij samen met zijn hondje Max van zijn pensioen. We zoeken Kees op om samen een diepe duik in de geschiedenis te nemen.

Vanwege zijn fysieke beperking was het voor Kees te zwaar om school vol te houden. Hij redde het tot 4 havo. Van stilzitten was vervolgens geen sprake. Hij probeerde het bij twee verschillende havenbedrijven in een administratieve functie. Daar werd niet echt rekening gehouden met zijn handicap. ‘En toen zat ik weer thuis’, zegt Kees die toen 20 jaar was. ‘Tot mijn oog viel op een vacature voor een administratieve baan bij de Dr. J.H. Pameijer Vereniging. Zo heette de organisatie destijds, met meneer van Driel als directeur. Ik wilde er graag full time aan het werk. Meneer van Driel wilde mij die kans graag geven, maar vanwege mijn handicap mocht dat niet. Hij regelde dat ik via een sociale werkvoorziening als gedetacheerde toch voltijd aan het werk kon. Van Driel zei dat hij me op een later moment alsnog bij Pameijer in dienst zou nemen. Helaas vertrok hij kort daarna. Het heeft nog 18 jaar geduurd voordat ik officieel in dienst kwam en vanaf toen hoorde ik er echt bij.’

Tolk tussen cliënten en begeleiding

De eerste werkdag van Kees bij Pameijers dagverblijf Kreileroord is alweer 46 jaar geleden. Pameijer was toen veel kleinschaliger. Kees: ‘Naast Kreileroord waren er nog een stuk of drie dagverblijven voor verstandelijk beperkte mensen, een resocialisatiehuis voor psychiatrische cliënten en ik geloof dat we ook al een gezinsvervangend tehuis hadden. Op het hoofdkantoor aan de Kipstraat werkten vijf mensen.’ Bij Kreileroord bestond het werk van Kees al snel uit meer dan alleen administratie. ‘Ik zag dingen gebeuren die volgens mij beter konden. Omdat ik zelf in een rolstoel had gezeten, snapte ik vaak beter dan de begeleiders waar cliënten behoefte aan hadden. Ik werd een soort tolk tussen cliënten en begeleiding. Dat leverde een mooie liefdevolle band op met de mensen.’ Zonder het te beseffen, was Kees misschien wel de eerste ervaringsdeskundige bij Pameijer. Al snel kwam van het een het ander. Hij ging mee als leiding op zomerkamp, hielp cliënten bij het werken binnen locatie Kreileroord, notuleerde vergaderingen en deed nog veel meer. ‘Die afwisseling maakte mijn werk geweldig leuk.’

‘Begeleiden is prima,
maar laat mensen het eerst zelf proberen.’

Groeien en verhuizen

Toen ze op het hoofdkantoor lucht kregen van al de inspanningen van Kees, werd hij gevraagd om daar te komen werken. Dat deed hij. Het was begin jaren tachtig, Pameijer was inmiddels een stichting en verkast naar de Van Vollenhovenstraat. Omdat de organisatie hard groeide, verhuisde het hoofdkantoor in relatief korte tijd naar de Coolsingel, toen naar De Baan en tot slot naar de huidige locatie aan de Crooswijksesingel. Die laatste verhuizing was in 1996, tegelijk met de fusie met Stichting Keerkring die gezinsvervangende tehuizen had. Met de fusie werd de naam officieel PameijerKeerkring. Niet veel later startte de samenwerking met orthopedagogisch centrum J.P. Heije dat later Maasstad werd genoemd en in de jeugdhulpverlening zat. Die samenwerking vond plaats onder de naam Maaskringgroep en in 2007 werd alles samengevoegd en omgedoopt tot het huidige Stichting Pameijer.

Zo zelfstandig mogelijk

Kees heeft de dienstverlening van Pameijer door de jaren heen flink zien uitbreiden. Eén van de belangrijkste ontwikkelingen vindt hij de groei van ambulante hulpverlening. ‘Mensen wegstoppen en betuttelen is niet goed. Zorg – als het even kan – dat mensen zo zelfstandig mogelijk kunnen leven. Dat is goed voor iedereen. Hoe vaak mensen mij hebben gevraagd of ze me konden helpen omdat ik gehandicapt was. Ik wilde dat nooit. Als je zelf niets doet, dan word je lui. Dat heb ik ook wel eens tegen begeleiders bij Pameijer gezegd. Begeleiden is prima, maar laat mensen het eerst zelf proberen. Als ze toch ondersteuning nodig hebben, vragen ze er wel om.’

Van Gouda tot de Zuid-Hollandse eilanden

‘Zelfstandigheid vind ik een voorwaarde om mensen echt mee te laten doen in de maatschappij’, vertelt Kees verder. ‘Pameijer is daar groot voorvechter van. Zo heb ik dat al die 46 jaar gevoeld. Het was bijzonder om daar aan mee te mogen werken. Als je zelf een handicap hebt, weet je hoe het is om op school geen vriendjes te hebben en niet overal aan mee te kunnen doen. Het is geweldig dat er al zoveel is veranderd. Wat ik ook zag veranderen, was het gebied waar Pameijer actief is. De ondersteunende arm van Pameijer reikt inmiddels van Gouda tot de Zuid-Hollandse eilanden.’

Nooit verveeld

Net als bij Kreileroord heeft Kees al die jaren op het hoofdkantoor altijd van alles gedaan wat op zijn pad kwam. ‘Als je ziet dat er dingen moeten gebeuren, maakt niet uit wat, dan pak je die toch gewoon op?’, zegt hij zonneklaar. Zo heeft Kees één van de directeuren ooit uitgelegd hoe de eerste mobiele telefoon werkte. Voor het bestuur reed hij regelmatig op en neer naar de bank, het paleis van justitie en accountants om handtekeningen op te halen. ‘Na verloop van tijd veranderde dat natuurlijk toen steeds meer digitaal ging. Ik hoefde niet meer zo vaak op pad, maar ook op kantoor heb ik me nooit verveeld. Ik heb bij de cliëntenadministratie gezeten, bij salarisadministratie geholpen, bouw & onderhoud gedaan, de postkamer bij de receptie bemand, verzekeringswerk afgehandeld, het wagenpark beheert en ik sloot mijn loopbaan af bij Inkoop.’

Op naar de 100 jaar

Kees heeft het bij Pameijer in al die jaren tijd steeds zakelijker zien worden. ‘De directeur kende vroeger iedereen. Met zo’n 3000 medewerkers en 6000 cliënten kan je dat nu niet meer verwachten van het bestuur. Ook op financieel vlak is allemaal erg complex geworden. Jammer.’ Toch overheerst bij Kees na 46 jaar Pameijer het fijne gevoel en de trots dat hij wat voor de medemens heeft kunnen betekenen. Dat hij heeft kunnen meewerken aan een maatschappij waarin het steeds normaler wordt dat je een handicap hebt en iedereen erbij hoort. ‘Ik heb veel waardering gevoeld en kijk terug op een fijne tijd bij Pameijer. En nu: op naar de 100 jaar.’