‘Ambulant wonen was nieuw en onbekend, dat vond ik juist leuk’

Cliënten een eigen voordeur geven zodat ze zelfstandig kunnen wonen met begeleiding op maat. Begin jaren ’90 besloot Pameijer hier serieus werk van de maken. Toen vooruitstrevend. Nu is ambulant wonen niet meer weg te denken in onze samenleving. ‘Het geeft cliënten zelfvertrouwen en ze pakken de regie over hun eigen leven. Dat is zo mooi om te zien’, zegt Arjanne Huijgen.

Aan ervaring heeft Arjanne geen gebrek. Ze werkte al ruim 10 jaar in de zorg toen ze in 1993 door Pameijer werd gevraagd of ze als ambulant begeleider wilde komen werken. ‘Ambulant wonen was nog niet doorgebroken. Het was nieuw en onbekend, dat vond ik juist leuk.’

Meer behoefte en andere visie

Begin jaren ’90 kwam het ambulant wonen op. De behoefte ernaar werd groter en de visie op zorg veranderde. In plaats van kijken naar beperkingen, werd steeds meer gekeken naar wat mensen wel kunnen. ‘Je merkte dat zowel cliënten als medewerkers de betutteling zat waren’, zegt Arjanne. ‘Een verandering die natuurlijk niet van de ene op de andere dag plaatsvond. Het was een proces dat moest groeien, net als het concept van ambulant wonen.’

De eerste cliënten

De eerste cliënten die zelfstandig gingen wonen, kregen nog ondersteuning vanuit het gezinsvervangende tehuis in de buurt. Begeleiders combineerden hun werk op de groep met het bezoek bij de cliënten thuis. Al snel bleek dat niet te werken. ‘De eerste cliënten die zelfstandig gingen wonen, misten de dynamiek van een groep en het contact met anderen. Juist daarom hadden zij veel behoefte aan contact met hun begeleiders. Die behoefte kon lang niet altijd beantwoord worden. Als een groep veel aandacht van begeleiders vraagt, is er minder ruimte om bij cliënten thuis langs te gaan. De praktijk was weerbarstig. Daarom werd een apart team opgezet om ambulante begeleiding te gaan doen.’

De eerste begeleiders

De eerste ambulante begeleiders waren vooral medewerkers die het leuk vonden om te pionieren. Alles was nieuw. ‘Toen ik in 1993 in dienst kwam en naar mijn eerste cliënten ging, kreeg ik een briefje met een naam en adres. Dat was alles. Ervaring was dus heel belangrijk en dat hadden de eerste begeleiders dan ook. Tegenwoordig gaat dat heel anders. Van een nieuwe cliënt krijg je nu eerst een compleet dossier en er is altijd een intakegesprek.’

'Ze worden eigen baas en zijn minder afhankelijk van anderen.
Dat doet iets met ze.'

Andere vaardigheden

De eerste ervaringen maakten al snel duidelijk dat ambulante begeleiding andere vaardigheden vroeg dan de medewerkers gewend waren. ‘Ik realiseerde me ineens dat ik te gast was bij de cliënt thuis’, vervolgt Arjanne. ‘Ik moest leren om mijn eigen normen en waarden los te laten. De woningen waar ik kwam waren niet allemaal even netjes en schoon. Daarnaast had je ineens te maken met de buurt en zijn bewoners. Onbekend maakt onbemind en ik zag dingen in en om het huis van cliënten die niet helemaal pasten bij de omgeving. Je had dus wel eens wat uit te leggen aan de buren in de direct omgeving. Een extra rol die wel even wennen was.’

Inloophuizen

Het netwerk van cliënten is belangrijk om ambulant wonen te laten slagen. Meestal is dat de familie. Zij moeten er achter staan en mee willen werken. ‘Zeker in het begin was dat niet vanzelfsprekend. De directe familie was vaak ongerust. Ik snapte dat wel. Alles was nieuw. En natuurlijk ging het niet altijd goed. Sommige cliënten vereenzaamden omdat ze ineens de hele dag alleen thuis zaten. Daarom creëerde Pameijer inloophuizen waar ze naar toe konden voor een kop koffie en een praatje. Dat nam veel eenzaamheid weg. Tot op de dag van vandaag hebben onze inloophuizen deze belangrijke functie.’

Eigen baas

Ook al is het steeds normaler geworden dat cliënten ambulant gaan wonen, dat maakt de stap er naar toe niet minder groot. De één redt het, de ander niet. En soms moet je zeggen dat een cliënt er niet toe in staat is. ‘Of nóg niet’, zegt Arjanne. ‘Ze moeten dan eerst nog bewijzen dat ze in staat zijn om zelf uit hun bed te komen voor school of werk. Of laten zien dat ze hun financiën kunnen regelen. Belangrijke dingen om hun leven op orde te krijgen. Daar helpen we ze uiteraard mee en dat is vooral maatwerk. De details zijn bepalend of de overgang naar ambulant wonen slaagt of niet.’ Het mooiste effect dat Arjanne telkens weer ziet bij cliënten die succesvol ambulant gaan wonen, is dat ze meer de regie pakken over hun eigen leven. ‘Ze worden eigen baas en zijn minder afhankelijk van anderen. Dat doet iets met ze. Hun eigenwaarde en zelfvertrouwen groeien. Geweldig als dat lukt.’